-
1 iemand de rug toekeren
iemand de rug toekerentourner le dos à qn. 〈 ook figuurlijk〉 -
2 iemand de rug toekeren
iemand de rug toekerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand de rug toekeren
-
3 rug
♦voorbeelden:1 hij heeft een brede rug • he has a broad back/broad shoulderseen hoge rug (op)zetten • arch one's backopen rug • spina bifida〈 figuurlijk〉 achter de rug van iemand kwaadspreken • talk about someone behind his/her backdoor zijn rug gaan • do one's back in, strain one's backmet zijn handen op de rug • (with) his hands behind his back〈 figuurlijk〉 over de ruggen van de arbeiders werkte hij zich omhoog • he worked his way up by trampling on the workerseen rooie rug • a thousand-guilder note -
4 rug
♦voorbeelden:1 hij heeft een brede rug • 〈 schuld krijgend〉 on lui met tout sur le dos; 〈 veel verdragend〉 il a bon doseen hoge rug (op)zetten • faire le gros doseen open rug • un spina-bifidamet ronde rug • le dos rondiemand de rug toekeren • tourner le dos à qn. 〈 ook figuurlijk〉je kunt mijn rug op! • tu peux te fouiller!〈 figuurlijk〉 achter de rug van iemand kwaadspreken • médire de qn. derrière son dosdat is weer achter de rug • voilà qui est faitde feestdagen zijn achter de rug • les fêtes sont derrière nouseen moeilijke tijd achter de rug hebben • venir de passer une période difficilede zestig al achter de rug hebben • avoir dépassé les soixante anspijn in de rug hebben • avoir mal au dosde wind in de rug hebben • avoir (le) vent arrièremet de rug tegen iets aan zitten • être adossé à qc.met de rug tegen de muur staan • être au pied du muriemand met de rug tegen de muur zetten • mettre qn. au pied du murop zijn rug liggen • être allongé (sur le dos)het loopt mij koud over mijn rug • j'en ai froid dans le dos -
5 zudrehen
-
6 zukehren
-
7 Schulter
Schulter〈v.; Schulter, Schultern〉2 schouderbeen, -stuk♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 etwas auf die leichte Schulter nehmen • iets (te) licht, gemakkelijk opnemenauf beiden Schultern (Wasser) tragen • van twee walletjes etenbreit in den Schultern sein • breedgeschouderd zijnmit den Schultern zucken • de schouders ophalen, schokschouderenjemandem über die Schultern gucken • bij iemand over de schouder kijken -
8 jemandem den Rücken zudrehen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemandem den Rücken zudrehen
-
9 jemandem den Rücken zukehren
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemandem den Rücken zukehren
-
10 jemandem die kalte Schulter zeigen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemandem die kalte Schulter zeigen
-
11 dos
dos [doo]〈m.〉♦voorbeelden:en dos d'âne • zadelvormig, aan twee zijden afhellendpont en dos d'âne • boogbrugson travail a bon dos • zijn werk is een gemakkelijke uitvluchtfaire le gros dos • een hoge rug opzetten 〈 van kat〉; 〈 figuurlijk〉zich bukken, in elkaar duiken 〈 als men een standje krijgt〉il est large de dos • hij heeft een brede rug〈figuurlijk; informeel〉 en avoir plein le dos • z'n buik ervan vol hebben, er van balen〈 figuurlijk〉 courber, ployer le dos • door de knieën gaan, zich gewonnen gevenmettre, renvoyer dos à dos deux personnes • noch de een noch de ander in het gelijk stellen〈 figuurlijk〉 poignarder qn. dans le dos • iemand op verraderlijke, geniepige wijze aanvallendès qu'elle eut le dos tourné • zodra zij zich had omgedraaidtourner le dos à qn., à qc. • iemand, iets de rug toekeren 〈 ook figuurlijk〉dos à dos • rug-aan-rugêtre le dos au mur • met de rug tegen de muur staanavoir dans le dos • achter zich hebbenporter les cheveux dans le dos • het haar los op de rug dragensentir qn. dans son dos • voelen dat iemand achter je staatregarder qn. de dos • iemand op de rug kijken〈 figuurlijk〉 avoir qc., qn. sur son dos • voortdurend door iets, iemand lastig gevallen wordenêtre toujours sur le dos de qn. • iemand voortdurend op de vingers kijkense mettre un pull sur le dos • een trui aantrekkentaper sur le dos de qn. • kwaadspreken over iemandtomber sur le dos de qn. • iemand op z'n nek springen; 〈 figuurlijk〉onverwachts bij iemand binnenvallen, iemand tot last zijnm1) rug2) achterzijde, onderkant -
12 back
adj. van achter, achter--------adv. achteruit; terug; achter--------n. rug; leuning; eind; verdediger (bij basketbal)--------v. bijstaan; naar achter leidenback1[ bæk]2 achter(hoede)speler ⇒ verdediger, back♦voorbeelden:(flat) on one's back • (ziek) in bedhave broken the back of something • het grootste deel/ergste van iets achter de rug hebben〈 informeel〉 get/put someone's back up • iemand irriteren/kwaad makenpat oneself on the back • tevreden zijn over zichzelfpat someone on the back • iemand een goedkeurend klopje gevenput one's back into something • ergens de schouders onder zettenglad to see the back of someone • iemand liever zien gaan dan komenstab someone in the back • iemand een dolk in de rug steken, iemand verradenturn one's back on • de rug toekeren〈 informeel〉 be on someone's back • veel/altijd kritiek hebben op iemand→ scratch scratch/II 〈telbaar en niet-telbaar zelfstandig naamwoord; the〉1 achterkant/zijde ⇒ keerzijde, rug♦voorbeelden:the back of a book/hand • de rug van een boek/handat the back • achterintalk through the back of one's neck • uit zijn nek kletsen————————back22 terug-♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 get in through/by the back door • een baan krijgen via kruiwagens/dank zij oneerlijke manipulaties————————back3→ back away back away/, back down back down/, back off back off/, back onto back onto/, back out back out/, back up back up/1 achteruit bewegen ⇒ achteruitrijden, (doen) achteruitgaan♦voorbeelden:back the car out of the garage • de auto achteruit uit de garage rijdenback (one's car) into another car • achteruitrijden tegen een andere auto♦voorbeelden:→ back up back up/————————back4〈 bijwoord〉6 achterom♦voorbeelden:back in 1975 • (nog/reeds/destijds) in 1975 -
13 hinten
hinten1 achter(aan) ⇒ aan het eind, aan de achterkant♦voorbeelden:ganz hinten sitzen • helemaal achteraan zittenhinten sein • achterlijk zijn〈 informeel〉 jemanden von hinten ansehen • iemand de nek, de rug toekeren〈 informeel〉 nicht mehr wissen, wo hinten und vorn ist • helemaal in de bonen zijn, er geen kop of staart meer aan zien -
14 tourner le dos à qn., à qc.
tourner le dos à qn., à qc.iemand, iets de rug toekeren 〈 ook figuurlijk〉Dictionnaire français-néerlandais > tourner le dos à qn., à qc.
-
15 jemanden von hinten ansehen
jemanden von hinten anseheniemand de nek, de rug toekerenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemanden von hinten ansehen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский